De Verdampende Kroeggezelligheid

In het hart van Crooswijk, waar de klinkers de verhalen van generaties lijken te fluisteren, speelt zich een stille tragedie af. Nog één keer is hij terug, zo zegt hij zelf.

Het is het verhaal van een 88-jarige man, een Crooswijker in hart en nieren, geboren en getogen tussen de bakstenen en de karaktervolle kroegen van zijn geliefde wijk. Tien jaar geleden verliet hij zijn geboortegrond voor de rust (zo zegt hij zelf) van Capelle aan den IJssel, maar iedere zaterdag keerde hij terug naar Crooswijk. Tot een paar jaar geleden.

Toen sloot de laatste kroeg in Crooswijk zijn deuren, en daarmee verdween niet alleen een ontmoetingsplek, maar ook een stukje ziel van de wijk. De man, met zijn laconieke glimlach en doordrenkt van levenservaring, lijkt als een verweesde ziel te dwalen door de straten die ooit zo levendig waren.

Als observator van dit melancholische schouwspel voel ik de pijn van Crooswijk. De kroegen, ooit de huiskamers van de gemeenschap, zijn langzaam maar zeker verdwenen. Dit realiserend voel ik me de stem van verontwaardiging en spreek me uit tegen het verdwijnen van de authentieke Crooswijkers, terwijl een nieuwe golf van moderniteit de wijk lijkt te overspoelen.

Want daar is het idee van een koffiehotel op de Linker Rottekade, als een ongewenste gast die zich mengt in de Crooswijkse sfeer. Het plan is echter nog onzeker, gehinderd door klachten over mogelijke stankoverlast van omwonenden. Alsof de geur van versgemalen bonen de wijk kan doordringen met een nieuw soort karakter.

Waarom verdwijnen de kroegen uit Crooswijk, terwijl een koffiehotel zijn intrede wil doen? De antwoorden lijken zoek te zijn, verloren in de verbouwingsdrift die de wijk transformeert. Crooswijk, eens een baken van rauwe gezelligheid, lijkt nu te worden overschaduwd door de glans van yuppen en hippe ondernemingen.

Het verhaal van de 88-jarige man uit Crooswijk is als een verdampende herinnering, een ode aan een tijd waarin de kroegen nog vol zaten met lachende gezichten en levendige verhalen. Hij, met zijn laconieke houding, lijkt te beseffen dat Crooswijk verandert, maar vraagt zich wellicht af of het de essentie van de wijk zal behouden of verliezen. En zo blijft de wijk, net als de geur van koffie op de Linker Rottekade, doordrongen van een mengeling van nostalgie en onzekerheid.

Victoria Verhulst

Schuiven naar boven